Stephanus van Helvert (IX) werd geboren op 22 april 1823 te Heesch als zoon van Johannes van Helvert en Mechtildis Perquin. Hij trouwde op 23 mei 1857 met Maria Mulders te Rosmalen. Hij overlijdt op 10 november 1878 te Rosmalen.
Steven, zoals hij genoemd werd ging bij zijn huwelijk wonen in Berlicum, op een boerderij van de van Helvoorts, die in de dertiger jaren van de 18e eeuw was gekocht van de opbrengst van een akker knollen. Het zal wel een kleine boerderij of grote knollen zijn geweest.
Tijdens die jaren blijkt er nog al eens hongersnood geweest te zijn. Op een bewonerslijst van het jaar 1832 betreffende de gemeente Berlicum en herzien in 1853 staat vermeld: Laar, sectie E.nr.139, eigenaar Lambertus van Hedel. Bij de herziening van 1869 staat: eigenaar Maria Mulders, huisvrouw van Stephanus van Helvoort.
In 1874 verkocht Steven zijn boerderij te Berlicum en werd te Rosmalen, op het Heeseind (in oude akten “die Hese” genoemd) maar behorende tot de parochie Nuland, een voor die tijd en die streek een grote boerderij gepacht, nl. 30 hectaren. Het was een echte graanboerderij, die ten gevolge van de opkomst van de grote graanimporten uit Canada en Amerika in de tachtiger jaren van de vorige eeuw, al snel in waarde ging dalen, wat onder andere tot uiting kwam in de pachtprijs. Die was voor die tijd erg hoog, namelijk 900 gulden per jaar en werd teruggebracht tot 650 gulden. De verpachter had ook nog voor een boerderij vreemde voorwaarde gesteld, zoals de verplichting om bij de bomen welke op de hoeken van de percelen stonden, jaarlijks apart te bemesten met een extra kar stalmest.
Steven heeft hier echter niet lang gewoond omdat hij n 1877 van een hooischelf viel, hierdoor verlamd nog anderhalf jaar vanaf zijn bed de boerderij heeft beheerd, maar toch als gevolg van deze val in november 1878 overleed. Zijn vrouw Maria, Mieke (door de kleinkinderen later “klein Grutje”) genoemd, bleef hierdoor met 12 onmondige kinderen zitten op een grote boerderij en in een voor haar vreemde streek.
Een geluk voor haar was de onbaatzuchtige hulp die haar toen is geboden door de buurman Toontje van Nuland, wat later nog tot uiting is gekomen door het gebaar dat een van haar zonen heeft gemaakt bij de verkoop van ziJn huis aan een kleinzoon van deze buurman, maar daar wordt nog op teruggekomen bij zijn levensbeschrijving. Ook had Maria te maken met andere zaken zoals het afkopen van dienstplicht van haar oudste zoon (Men kon via een makelaar iemand huren die de dienstplichtige zou vervangen de zogenaamde remplecant). Hier was nogal wat geld mee gemoeid omdat men moest zorgen voor een jaarsalaris voor de remplecant en de provisie voor de makelaar. Ondanks alles heeft ze zich er goed door heengeslagen en is er oud bij geworden.
Hun kinderen:
Mechtilda van Helvert 1858-1918, gehuwd met Johannes van Kessel 1857-1935
Hendrikus van Helvert 1859-1916, gehuwd met Johanna Hendrica Heijmans 1871-1925
Johannes van Helvoort 1860-1929, gehuwd met Wilhelmina van Lokven 1867-1931
Marinus van Helvoort 1861-1910
Marinus was ongehuwd en was de bedrijfsleider op de grote boerderij na het huwelijk van zijn oudere broers. Hij heeft ook enige jaren verkering gehad, maar tot een huwelijk is het nooit gekomen. Hij overleed even voor ze zouden gaan verhuizen naar hoeve “De Klare” te Nulands Vinkel.
Gertrudis van Helvoort 1864-1944
Gertrudis was ongehuwd en werkte mee op het grote landbouwbedrijf. Zij was een rustige, eenvoudige en vrome vrouw. Later werd zij een trouwe KRO luisteraar en voorspellingen van Nostradamus over de RK-kerk hadden haar belangstelling.
Johanna van Helvoort 1865-1928, gehuwd met Martinus Tibosch 1865-1922
Adrianus van Helvoort 1867-1922
Martinus van Helvoort 1867-1919
Adrianus en Martinus waren een minder valide tweeling, die ook wat meewerkten op de boerderij. Ze zijn ook altijd goed opgevangen door hun andere broers en zusters. Een broer van hun moeder had zijn geld aan deze tweeling vermaakt zodat ze niet zonder middelen van bestaan waren en niet helemaal ten laste van hun familie kwamen. Deze oom was Toontje Mulders, die nogal bemiddeld was vanwege zijn huwelijk met Antonia Verheijden uit Hedikhuizen en na haar dood bij zijn zuster op het Heeseind was ingetrokken.
Jan van Helvoort 1868-1923
Jan was ongehuwd en had het plan om broeder te worden, maar om in een klooster te kunnen intreden was destijds vereist dat men een vak kende. Zodoende trok Jan naar een Meester-schilder in Oss om het vak te leren, maar na enkele dagen was hij al weer thuis. Of het schildersvak beviel niet of de kloosterroeping was over. Hij heeft zijn verdere leven voornamelijk met bijen op doorgebracht.
Lambertus van Helvoort 1870-1956
was ook ongehuwd en werd, na het overlijden van zijn broer Marinus en in overleg met zijn broers en zusters, de bedrijfsleider van het boerenbedrijf. Na ongeveer 15 jaar gewoond te hebben op de hoeve “De Klare” op Nulands-Vinkel, liet hij een burgerhuis bouwen op de Geffense Weerscheut.
Clasina van Helvoort 1872-1965
was kloosterzuster onder de naam Zr. Fernandez
N.N. van Helvert 1876-1876
Maria van Helvoort 1877-1954