Johannes van Helvoirt

Johannes van Helvoirt

Johannes van Helvoirt is op 24 januari 1858 geboren in Berlicum als zoon van Christiaan van Helvoirt en Maria Wijgergangs. Zijn inkleding was op 26 september 1878 en de priesterwijding op 6 november 1892.
Hij was kapelaan in de parochie van de H. Petrus Canisius in Nijmegen en is overleden op 8 april 1929 in Mariëndaal bij Grave.

Broeder Joannes was gedreven en trad op twintigjarige leeftijd in de orde van de Jezuïeten in het noviciaat van Mariëndaal. Het humaniora (studie der klassieke talen) had hij afgemaakt in het Limburgse Venray. Als voormalig surveillant in Culemborg vertrok hij in 1889 naar Rome om een theologische studie te volgen. Hij keerde in 1892 terug naar Nederland om daar gewijd te worden als priester. Op het Culemborgse seminarie heeft hij nog enkele jaren het beroep van docent uitgeoefend. Daarna vertrok hij naar een pastorie in Rotterdam. Gedurende 34 jaar vervulde hij met trouw en ijver de priesterlijke taak van pastoor van Wijnhaven, een parochie in het havengebied van Rotterdam. Na zijn dienst in de Wijnhavenkerk diende hij twee jaar als kapelaan in Groningen maar werd in 1915 aangesteld tot Superior van de Krijtberg in Amsterdam. Dat werd een korte periode waarin hij vruchtbare werkzaamheden verrichtte. Na ruim een half jaar vertrok pater van Helvoirt naar Nijmegen om daar zijn taak als kapelaan weer te vervullen. Als een goede leidsman werd zijn biechtstoel continu bezocht. Ook was hij als helper en vaderlijke trooster van de lijdenden in de gemeenschap bekend. Zijn nieuwe passie in de Orde werd het in goede banen leiden van bedevaarten naar de Canisiuskerk. Deze organiseerde de Orde vanwege de uitbreiding der devotie tot de heilige Petrus Canisius. In de nacht van zondag op maandag 8 april 1929 overleed in Mariëndaal pater Johannes van Helvoirt. Hij werd begraven op het kloosterkerkhof te Velp bij Grave.

Bron: ‘Aachterum’, jaargang 2, no 2, juni 1998