Johannes van Helvoort werd geboren op 1 maart 1908 in Rosmalen als zoon van Johannes van Helvoort en Wilhelmina van Lokven. Hij trouwt op 16 oktober 1946 in Vorstenbosch met Maria Mieke van Dijk. Hij overlijdt op 4 augustus 1973 in ‘s-Hertogenbosch. Het huwelijk was kinderloos.
Jan, zoals hij genoemd werd, had voor zijn huwelijk gewoond bij zijn enige en oudere broer Peter en diens grote gezin. Hij heeft het hele gezin zien opgroeien en heeft zich er altijd bij betrokken gevoeld en werkte voor dit gezin alsof het van hemzelf was, van de vroege morgen tot de late avond. Zo trok hij tijdens de bevrijdingsdagen met vee uit de Rosmalense hoeve, via niemandsland naar het al door de Amerikanen bevrijde gebied achter Oss, om zodoende het vee van zijn broer te redden.
Ook is hij een keer vastgebonden door de Centrale Controle Dienst (CCD) vanwege het feit dat hij zonder vergunning graan liet malen, maar omdat hij als betrouwbaar persoon bekend stond, werd hij diezelfde dag nog vrijgelaten. Dit waren feiten die hij zelf spannend vond , maar zijn broer Peter vond dit toch niet zo geslaagd, vooral die reis met dat vee.
Toen bij zijn broer de kinderen groter werden vond hij dat om generatieconflicten te voorkomen, het voor iedereen beter zou zijn om een ander thuis te zoeken en zodoende trouwde hij. Enige jaren na zijn huwelijk begon zijn vrouw last te krijgen van reuma, wat hem deed besluiten zijn boerderij in Vorstenbosch te verkopen en als tuinman-stoker te gaan werken in het bejaardenhuis van Berghem. Nu kon zijn vrouw verzorgd worden, zij had geen zorgen voor eten koken en het huis bijhouden en hij kon zich in de tuin en het ketelhuis verdienstelijk maken. Ook was hij vaak invaller als er geen taxi beschikbaar was om personen naar het station in Oss te brengen en met de zusters naar Schijndel te rijden. ook hadden ze voordat ze naar Berghem gingen enige bedevaarten gemaakt zoals Lourdes, Fatima en Israël. Deze reis naar Israël over Griekenland en Egypte was voor zijn vrouw een openbaring. “Als ik 20 jaar jonger was en iets van de taal kende, bleef ik hier”, maar dat ging dus niet. Het werken in Berghem vond hij niet prettig voor wat betreft de sfeer en trok naar het bejaardenhuis in Beugen. Dit hebben ze samen als een fijne tijd ervaren, maar na een lichte hartaanval van Jan, werd besloten om zich in Maliskamp te laten inschrijven voor een bejaardenwoning. Dit kon als men inwoner van Rosmalen was en werd dus woonruimte gehuurd van zijn neef Stef. Nu was het wachten op het gereedkomen van genoemde huizen. Hij heeft echter maar een jaar in zijn nieuwe huis gewoond. Hij kreeg kanker en overleed op 4 augustus 1973 in ‘s-Hertogenbosch. Zijn vrouw is daar nog enige tijd blijven wonen en is daarna naar het bejaardenhuis in Rosmalen gegaan.